week 3: anguria, baby!

Met een bescheiden kater zit ik aan het bureau. Het is bloedje heet, en de dag is net begonnen. Dit wordt wat! Volgens mij ben ik beste vrienden met m’n ventilator vandaag. En met m’n watermeloen.

Ik staar ik over mijn scherm naar het balkon van de achterbuurman. Ja, die ene van de wiet. We zijn trouwens tot de conclusie gekomen dat hetgeen waarvan wij dachten dat het een niet al te zuinige marihuanaplantage was, niet meer is dan een goede verzameling basilicum. Deze nieuwe ontdekking maakt dat hij af en toe zijn neus tussen de bladeren steekt om aan z’n planten te snuffelen niet minder vermakelijk om naar te kijken.
Ik kijk er met lichte jaloezie naar. Wij zijn zelf ondertussen ook begonnen met de aanleg van een pesto-plantsoen, maar onze biologische basilicum van de locale supermarkt wil het leven niet echt vatten. Het merendeel hangt, ondanks de grote hoeveelheid zon en water die we ze geven, slap naar beneden. Slechte potgrond misschien? Misschien moet ik ze meer complimentjes geven?
Of verhalen voorlezen? Tips? Anyone?
Er gaat hoe dan ook heerlijke pesto gemaakt worden.

***

Een van de eerste dingen die ik hier heb gedaan was het aanschaffen van een museumkaart. Voor weinig geld heb je een heel jaar gratis toegang tot alle musea in Piemonte en Valle d’Aosta. Het eerste museum op de planning was de GAM, Galleria d’Arte Moderne. Een goede veertig minuten lopen, richting het centrum.
De weg er naartoe is al een artistieke ervaring op zich, schilderaars hebben hier naar hartelust kunnen muren kunnen vullen, en doen dat nog steeds.
En de muurschilderingen zijn niet alleen een lust voor het oog, ze vormen ook een routekaart. Met behulp van de straatkunst manoeuvreer ik met gemak van de ene Turijnse buurt naar de andere. Bij de levensgrote sigaret en de olifant rechts, een stukkie doorlopen en dan bij het blauwe gebouw, achter de kikkers langs, richting de onherleidbare geelgroene blob, en dan via de lange haren van een of andere zeemeermin de rivier volgen, dan kom je er wel. Alleen op deze manier zou ik je de weg kunnen wijzen.

***

Ik hou ontzettend van stadse drukte. Maar hier merk ik, is stadse drukte echt pure chaos. Het centrum van Zwolle is bijna een kloostertuin in vergelijking tot het centrum hier. Het is hier extreem druk op de weg. En niet alleen rijden er veel auto’s, taxi’s, scooters en bussen, van die veel te snelle elektrische steppen en een enkele dappere fietser, het is ook onduidelijk waar jouw weghelft is en wil iemand ergens tussendoor doet ie dat zonder blikken of blozen.
Er wordt heel wat afgetoeterd, -gescholden en -gesjeesd. Vermakelijk op z’n tijd, maar ook heel overweldigend. Deze dag had ik er helemaal de pest in. Zelfs muziek luisteren was te veel.
Het was dan ook bijna desoriënterend om ineens in het GAM in zo’n stille, serene museumzaal te staan, waar iedereen fluistert en heel langzaam loopt. Ik had nog geprobeerd wat leuks te zeggen in het Italiaans tegen de vrouw aan de bali, ze deed alsof ik niets gezegd had [waarschijnlijk verstond ze me niet] en scande nors mijn museumkaart. De expositie ging over de geschiedenis van de Italiaanse moderne kunst. Ik werd meegenomen in een wereld van tradities, daar houden Italianen van.
Het eerste schilderij was een stilleven van een salami.

Maar al snel veranderde de sfeer: tradities zijn er om doorbroken te worden! Je weet dat je de hedendaagse kunst hebt bereikt als je een ruimte binnenstapt met een opengesneden canvas, een lap juten aan de muur en waar alles untitled is. Een van de mooiste dingen vond ik dat er in een van de zalen een jong stelletje achter een pilaar, en door de stiekemheid juist extra zichtbaar, de luier van hun kind aan het verschonen was. Het meest opvallende werk in deze zaal was een gigantisch canvas, met witte, vaalgele en ja, poepbruine klodders verf. Ik deed mijn best om serieus naar dit nu compleet anders geworden schilderij te kijken (ik weet niet meer wie de schilder was). De weeïge geur van babydoekjes heeft de hele dag in mijn neus gehangen.
Ik bedacht me hoe briljant het zou zijn als het eigenlijk een act was, om dat ene werk een beetje extra dimensie te geven. Pure kunst.

***

Tijdens het dorpsfeest waar ik in mijn vorige blog (die gaat over eten) over begon heb ik geleerd dat het Italiaanse woord voor watermeloen anguria is. Niet acquamelone, zoals ik zelf al had bedacht. We zouden gaan helpen en ik was er gestresst over, omdat we de week daarvoor op eenzelfde soort dorpsfeest volledig de shit in zijn gegaan door een incompetente kok. Dit keer zouden er pizza’s en patat zijn en een komiek kwam grapjes maken.
Beppe (kort voor Giuseppe) deelde de lakens uit en het angstzweet brak me uit toen bleek dat Davide pizza zou gaan maken (of course) en ik… bij de frituur mocht helpen. Maar gelukkig heb ik me snel herpakt, altijd al een keer bij een snackbar achter de schermen willen kijken. Ik hoefde zelf niet te frituren, dat deed Marco, een sympathieke gast die er niets van zei dat ik af en toe patat snackte. Mijn taak? De bestellingen opnemen, patat opscheppen, een klots mayo of ketchup erbij en een bakje anguria ernaast. Anguria? Ok, kan iemand mij vertellen wat in vredesnaam anguria is??
Het ging soepel, met deze nieuwe kennis beheerste ik de taal precies goed genoeg om deze belangrijke taak te kunnen volbrengen. “Ok, dimmi. Sette patatine? E otto anguria? Ok. MARCO. ABBIAMO SETTE PATATINE?” Ik geef heel eerlijk toe, ik heb tot het laatste frietje genoten. En de komiek? Die kwam veel te laat. En hij was helemaal niet zo grappig. Hij schreeuwde veel, maakte vooral racistische en vrouwonvriendelijke grapje en deed op een gegeven moment z’n broek uit, dat moest dan grappig zijn.

Davide had ook een succesvolle avond. Hij heeft maar liefst twee nummers gescoord. Een van de obers had een briefje gekregen van twee dames, met daarop hun Instagram. Ik vond het een old-school move. Wie doet dat nog tegenwoordig?
Toen ik erachter kwam dat het om twee meisjes van vijftien ging vond ik het helemaal mooi. Ik heb er heel hartelijk om gelachen en voelde ik me ook een beetje opgelucht, ik hoefde namelijk niet meer als een leeuwin -ready to strike- grommend en met ontblote tanden om hem heen te cirkelen.

Goed, Davides ego dus geboost. Mijn Italiaans weer verrijkt. Heerlijk cultuur gesnoven. Wat fijn en verfrissend allemaal! Het hier-zijn, de prachtige natuur, het heerlijke eten en de lieve mensen geven me enorm veel inspiratie om weer te schrijven. Ik heb sinds maanden mijn typemachine er weer bij gepakt en ben begonnen aan een nieuw projectje! Een nieuwe bundel, maar dan anders, heel anders dan de vorige. Zin in! Maar daarover later meer.

Ik neem nog een stukje van m’n baby watermeloen.

Anguria, baby!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *